Auto-immuunziekte
Auto-immuunziekte
Normaalgesproken worden stoffen die het lichaam binnendringen door ons afweersysteem als lichaamsvreemd beschouwd, dat zijn de zogenaamde antigenen. Het afweersysteem van het lichaam reageert daarop door 'antistoffen' of 'antilichamen' aan te maken. Deze antistoffen bevinden zich in het bloed. Door de aanmaak van antistoffen komt er een proces op gang om deze door het lichaam als vreemd herkende cellen of cel bestanddelen (antigenen) op te ruimen. Dit is een immunologische ontstekingsreactie.
Bij een auto-immuunziekte echter, produceert het lichaam antistoffen die lichaamseigen cellen of weefsels aantasten en zelfs afbreken. Zo bestaan er diverse antistoffen of -lichamen die tegen specifieke organen gericht kunnen zijn, zoals de schildklier. Deze specifieke antistoffen beïnvloeden de werking van de schildkliercellen waardoor deze te snel gaan werken of juist worden afgeremd.
Lees meer over antistoffen.
Verschijningsvormen
Meestal ziet men bij de ziekte van Graves een te snel werkende schildklier zonder klinische manifestaties in de huid of ogen. Naar schatting hebben één miljoen mensen in Nederland een schildklieraandoening. Daarvan hebben ongeveer 75.000 mensen de ziekte van Graves.
Te snel werkende schildklier
Door een te snel werkende schildklier kunnen allerlei gezondheidsproblemen ontstaan. Kenmerkend zijn een verhoogde hartslag en gewichtsverlies, maar deze symptomen zijn niet altijd per definitie aanwezig. Meestal heeft men een gejaagd gevoel, een intolerantie voor warmte en de indruk wordt gewekt, dat de patiënt teveel stress in zijn of haar leven heeft en het eens wat rustiger aan moet doen.
Te langzaam- of niet werkende schildklier
In een later stadium van de ziekte gaat de schildklier (vaak na behandeling) te langzaam werken, of deze is volledig uitgeschakeld waardoor weer andere klachten kunnen ontstaan. Men krijgt dan vervangend schildklierhormoon.
Huidaandoening scheenbenen
Het derde kenmerkende verschijnsel dat zich kan voordoen bij de ziekte van Graves is een specifieke huidaandoening aan de scheenbenen. Dit wordt 'Pretibiaal Myxoedeem' genoemd. Slechts één procent van alle patiënten krijgt deze complicatie. Een combinatie van de drie verschijningsvormen komt relatief weinig voor.
Ontdekkers
Ziekte van Graves of van Von Basedow
De Duitse arts Carl Adolph von Basedow beschreef reeds in 1840 vier patiënten met een struma, versnelde polsfrequentie en uitpuilende ogen.
De combinatie van deze drie verschijnselen staat sindsdien bekend als: het trias van Merseburg. Merseburg was de woonplaats van Dr. Von Basedow. Andere vroege beschrijvingen zijn van de Engelsman Caleb Hillier Parry (1825) en de Ier Robert Graves (1835).
Dat de overmatige productie van schildklierhormoon de oorzaak van deze drie verschijnselen is, werd pas in de daarop volgende 150 jaar duidelijk. Met de vermindering van de Duitse invloed op onze taal is het ook in ons land steeds gebruikelijker geworden de naamgeving van de Angelsaksische landen te volgen. Zodoende wordt de naam ‘Von Basedow’ tegenwoordig nauwelijks meer gebruikt en is de naam ‘Graves' steeds meer ingeburgerd geraakt.

Oorzaak van ziekte van Graves
Antistoffen
De echte oorzaak van de ziekte van Graves is feitelijk nog onbekend. Bij de ziekte van Graves zijn diverse soorten antistoffen aanwezig.
Patiënten met de ziekte van Graves maken dus afweerstoffen tegen hun eigen schildklier. De oorzaak van het ooglijden is minder goed bekend, maar heeft hoogstwaarschijnlijk ook een immunologische stoornis als grondslag. Sommige artsen veronderstellen dat er specifieke antistoffen zijn die gericht zijn tegen oogspierweefsel.
Erfelijkheid
Gezien het frequente voorkomen in bepaalde families is er zeker sprake van een bepaalde erfelijke aanleg. Bij navraag blijkt dat 80% van de patiënten een (al dan niet ver) familielid heeft met schildklierziekte (of andere auto-immuunziekten). Op latere leeftijd zou dan door een andere factor (die de antistoffen kan stimuleren bv. roken, een virusinfectie, stress, hormonale verandering bij zwangerschap), de stoornis in het afweersysteem zich verder kunnen ontwikkelen.
De ziekte van Graves komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen: 6 à 8 vrouwen tegen 1 man en manifesteert zich vooral tussen het 25ste en 50ste levensjaar. Antistoffen tegen schildklierweefsel komen bij familieleden van patiënten in een hoog percentage voor en de ziekte doet zich ook heel vaak voor bij meerdere personen uit één familie.
Risicofactoren
Een erfelijke aanleg alleen lijkt niet altijd doorslaggevend om de ziekte ook te krijgen. Hiervoor is meer nodig en daarbij wordt gedacht aan invloeden uit de omgeving. Dergelijke invloeden uit de omgeving zijn: roken, jodiumgebruik (het schildklierhormoon wordt gevormd uit jodium), langdurige of hevige stress, zwangerschap (vaak ontstaat de ziekte van Graves vlak na een bevalling), het milieu en mogelijk sommige infecties.
Van roken is aangetoond dat er een relatie bestaat met de ziekte van Graves. Roken verhoogt de kans op met name de oogziekte van Graves met maar liefst enkele honderden procenten!
Antistoffen
Schildklier Antistoffen
Patiënten met de ziekte van Graves maken afweerstoffen tegen hun eigen schildklier. Één van deze antistoffen wordt ‘Thyreoïd Groei Stimulerende Immunoglobine’ genoemd, in het Engels: ‘Thyroïd Stimulating Immunoglobulins’ afgekort TSI.
TSI antistoffen stimuleren de schildklier tot overmatige productie van het schildklierhormoon (de antistoffen stimuleren de TSH receptoren op de schildklier) en veroorzaken de snelle schildklierwerking en soms ook de overmatige groei van de schildklier wat leidt tot een struma. In zeldzame gevallen kunnen deze afweerstoffen er net iets anders uitzien, waardoor ze de werking van de schildklier juist remmen en er een tekort aan schildklierhormoon ontstaat.

Schildklier antistoffen spelen rol bij ontstekingsreactie
Zowel de ziekte van Graves als Hashimoto (beide auto-immuunziekten) beschadigen het schildklierweefsel door de jarenlange ontstekingsreactie.
Daarnaast hebben de meeste patiënten ook antistoffen tegen een ander schildkliereiwit, het ‘Schildklier Peroxidase’ in het Engels: ‘Thyroid Peroxidase’ afgekort tot TPO. Deze antistoffen hebben echter geen invloed op de functie van de schildklier, maar geven wel aan dat er een auto-immuunontsteking van de schildklier bestaat. Ze komen ook heel vaak bij volkomen gezonde personen voor (bij wel 30-50% van de gezonde vrouwen).

Mogelijk kunnen deze antistoffen wel klachten veroorzaken bij zwangerschap.
Meer over antistoffen.
Psychosociaal
Psychosociale aspecten bij schildklieraandoening
Het schildklierhormoon regelt de stofwisseling. Bij een snel werkende schildklier is de hele stofwisseling opgejaagd, dit heeft overactiviteit van lichaam en geest tot gevolg. Daar kunnen verschijnselen bij horen als: nervositeit, prikkelbaarheid, overgevoeligheid, ongeduldigheid, slechte concentratie, vergeetachtigheid, wisselende depressieve stemmingen en angsten. Deze klachten lijken op overspannen zijn en kunnen door artsen dan ook als zodanig worden gediagnosticeerd. In zeer ernstige gevallen kunnen zich psychiatrische ziektebeelden voordoen.
Door de eerder genoemde lichamelijke klachten ontstaan vaak ook psychosociale problemen.
Mensen veranderen psychisch door de veranderde schildklierwerking. De constante onrust, het niet stil kunnen zitten, de dwang om steeds maar bezig te zijn en de slechte concentratie tijdens bezigheden kan uitmonden in een lichte vorm van agressie, men valt onevenredig, onbeheerst uit tegen ‘de veroorzaker’. De persoonlijkheid lijkt veranderd. De leef- en werkomgeving ‘herkent’ deze persoon niet meer. De patiënt herkent zichzelf soms ook niet meer in zijn of haar reacties. Dit legt een grote claim op de omgeving van een hyperthyreoïdie-patiënt.
Als men geen weet heeft van de ziekte, kunnen de partner, kinderen, familieleden en collega's de patiënt soms niet begrijpen. Een verhoogd risico voor echtscheiding en verbroken relaties kan ontstaan. Soms kunnen patiënten naar de psychiater worden verwezen. Ook komt het voor dat aan drank en/of drugsgebruik wordt gedacht. Het is dus niet zo moeilijk om te begrijpen dat een patiënt al snel in een vicieuze cirkel terecht kan komen.
Een Graves-patiënt is immers een ‘bezige bij’. De te snel werkende schildklier zorgt voor een innerlijk opgejaagd gevoel. Een haast niet te stuiten werkdrang kan een hyperende Graves-patiënt tot ongekende hoogten voeren. Maar rust is bij deze ziekte juist erg belangrijk.
Voor een Graves-patiënt betekent dat:
- Strijd tegen de eigen werk-impuls (bezige bij)
- Strijd tegen het lichaam dat van slag is (schildklier en opgejaagd gevoel)
- Strijd tegen onwetende familie, vrienden, kennissen, collega's en artsen
Ogen
Schildklier en ogen
Oogklachten
Naast het verschijnsel van de te snel werkende schildklier krijgt ongeveer 20% van de patiënten oogklachten. Dit wordt de oogziekte van Graves genoemd, de medische term ervoor luidt: 'Graves Ophthalmopathie' of 'Orbitopathie'. Vermoedelijk zijn antistoffen hier eveneens de oorzaak van alhoewel Graves gerelateerde oogklachten ook kunnen ontstaan zònder dat er antistoffen of afwijkende schildklierhormoonwaarden worden gevonden in het bloed.
De oogklachten kunnen variëren van licht tot ernstig (maligne). In enkele gevallen kunnen de ogen gaan uitpuilen waaraan de oogziekte overigens de bekendheid ontleent.
Alhoewel de schildklier- en oogaandoening nauw met elkaar verweven zijn, wordt er onderscheid gemaakt tussen de behandelingen van de schildklier en de ogen om de volgende redenen:
- Niet elke patient met een afwijkende schildklierwerking krijgt oogklachten en omgekeerd, niet elke patiënt met de oogziekte heeft een (aantoonbare) afwijkende schildklierwerking.
- Naar schatting krijgen zo’n 20% van de patiënten de oogziekte, het percentage van patiënten dat lichte oogklachten krijgt welke - als de ziekte is uitgeblust- weer verdwijnen is waarschijnlijk iets groter. Slechts een klein percentage (ongeveer 5%) loopt het risico de oogziekte in ernstige vorm te ontwikkelen.
- De schildklieraandoening heeft hele andere gevolgen voor de patiënt dan de oogziekte van Graves en brengt derhalve een andere specialistische behandeling met zich mee.
Behandeling
Behandeling
De behandeling van de hyperthyreoïdie kan bestaan uit (een combinatie van):
Lees verder over de uitwerking van de behandeling van de hyperthyreoïdie.
Lees meer over de behandeling van de Oogziekte van Graves.
De oorzaak van de aandoening - de 'anti-stoffen' / auto-immuunreactie - worden niet rechtstreeks behandeld. Het is niet bekend wat het effect van de auto-immuun reactie op het lichaam en het welbevinden is. Het behandelen, genezen of zelfs voorkomen van auto-immuunziekten is (nog) niet mogelijk. De auto-immuunreactie vernietigt het schildklierweefsel onherstelbaar.
Een auto-immuunaandoening verhoogt de kans op het ontwikkelen van meer auto-immuunaandoeningen.